Wat sportvoeding doet met je tanden
Sporten en voeding gaan hand in hand. Als je veel sport, ben je vaak ook bezig met wat je eet. Je wilt genoeg eiwitten, vocht en soms juist ook koolhydraten binnenkrijgen. Wat je eet en drinkt tijdens en na het sporten, kan de gezondheid van je tanden en tandvlees zowel positief als negatief beïnvloeden.
In dit artikel
In deze blog bespreken we hoe voeding rondom het sporten de mondgezondheid kan beïnvloeden en welke keuzes je kunt maken om je mond gezond te houden. Klik op één van de onderstaande onderwerpen om direct meer te lezen:
Gaatjes in je tanden
Suikers en koolhydraten in voeding zijn, in combinatie met de bacteriën in je mond, de oorzaak van tandbederf en tandvleesontstekingen. Wanneer suikers en koolhydraten worden afgebroken door bacteriën, komen er zuren vrij die het tandglazuur aantasten. Dit kan uiteindelijk leiden tot gaatjes.
Met sporten kan het belangrijk zijn om koolhydraten binnen te krijgen. Dan is het aan te raden om te letten op het aantal eetmomenten dat je hebt. Het beste is om maximaal 7 eetmomenten per dag te hebben. Het is dus beter om in één keer al je voeding in te nemen, dan om telkens kleine beetjes te eten. Ook heeft je gebit de tijd nodig om te herstellen na het eten. Je speeksel en bijvoorbeeld het drinken van water, neutraliseren de zuren in je mond en spoelen etensresten weg. Als je gegeten hebt, kan je het beste twee uur niets nuttigen, zodat dit herstelproces kan plaatsvinden.
Tanderosie en -slijtage
Tandglazuur is de buitenste beschermlaag van je gebit. De dentine die hieronder zit, is veel zachter en kwetsbaarder. Daarom is het belangrijk dat deze buitenste glazuurlaag intact blijft. Deze kan aangetast worden doordat er gaatjes in ontstaan, maar deze kan ook dun worden door knarsen en door zuren in je mond.
Sportdrankjes
De meeste sportdranken hebben een hoge zuurgraad. Het tandglazuur lost dan op door zuren uit dranken, voedingsmiddelen of maagzuur. Daarom is het beter om een drankje met een lagere zuurgraad te nemen of na consumptie je mond te spoelen met water om deze zuren te neutraliseren. Voor een activiteit die niet langer dan 90 minuten duurt, is het niet nodig om een sportdrankje te drinken. Dan is een flesje water voldoende.
Droge mond
Wanneer je sport, verbruik je meer vocht. Ook adem je vaak meer door de mond dan door de neus. Daardoor wordt de mond droger, terwijl speeksel juist een belangrijke bescherming is tegen erosie, maar ook tegen gaatjes en tandvleesontstekingen. Dit kan je compenseren door water drinken of suikervrije kauwgom eten, wat de aanmaak van speeksel stimuleert.
Klemmen en knarsen
Tijdens inspanning zie je ook regelmatig dat de sporter tanden klemt of knarst. Dit zorgt echter voor slijtage aan het gebit. Daarom is het goed om hierop te letten en soms is het nodig om een gebitsbeschermer te dragen.
Tandvleesontstekingen
Zoals genoemd, ademen sporters vaker door hun mond dan door hun neus. Mondademhaling leidt tot uitdroging van de mondslijmvliezen en ook dat er minder speeksel wordt aangemaakt. En dat terwijl speeksel de afweer juist ondersteunt tegen bacteriën die tandvleesontstekingen veroorzaken.
Positieve invloed van sporten op je mondgezondheid
Verbeterde bloedsomloop
Regelmatige lichaamsbeweging verbetert de bloedsomloop, ook van je tandvlees. Dit kan helpen bij het voorkomen en herstellen van tandvleesontstekingen.
Gewichtsbeheersing
Sport helpt bij het onderhouden van een gezond gewicht, wat indirect invloed kan hebben op je mondgezondheid. Overgewicht kan namelijk een risicofactor zijn voor aandoeningen zoals diabetes, wat op zijn beurt weer invloed kan hebben op de mondgezondheid, zoals een verhoogd risico op tandvleesziekten.
Versterking van het immuunsysteem
Sport kan je immuunsysteem versterken, waardoor je mond beter in staat is om infecties te bestrijden. Bewegen zorgt ervoor dat belangrijke immuuncellen in het lichaam circuleren. Dit kan bijdragen aan het voorkomen van infecties in de mond.
Een aantal gevolgen van sporten kunnen zich op korte termijn ontwikkelen, maar vaak zijn het ook gevolgen die pas op lange termijn zichtbaar worden. Daarom is het aan te raden om hierop te letten, ook als je zelf niet meteen merkt dat het nodig is. Dit kan je ook altijd overleggen met je behandelaar, zodat je een passend advies kan krijgen.